Verliefd ooievaarspaar bij Boerderijmuseum

Share on facebook
Facebook
Share on twitter
Twitter
Share on linkedin
LinkedIn
Share on whatsapp
WhatsApp
Share on email
Email

Eind maart 2014, tijdens de aftrap van het seizoen, is een paal met een ooievaarsnest geplaatst bij Boerderijmuseum ‘De Bovenstreek’. Een jaar later was het ooievaarsnest bewoond. Ook in 2016 en 2017 was dat het geval. En ook enkele weken geleden, kort voor de opstart van het seizoen 2018,  is er weer een verliefd ooievaarspaartje neergestreken op het ooievaarsnest bij het Boerderijmuseum aan de Bovenstraatweg 10A In Oldebroek.
Met weinig vogels heeft de mens zo’n sterke band als met ooievaars. Dat bleek ook dit jaar weer want  enkele dagen nadat de ooievaars hun intrek genomen hadden in het nest bij het Boerderijmuseum verschenen er regelmatig ooievaarspotters met camera’s op de parkeerplaats van het Boerderijmuseum om het ooievaarspaar vast te leggen.
De ooievaar is de enige grote en opvallende vogelsoort die sinds mensenheugenis dorp, stad en veld met zijn aanwezigheid opfleurt en bij voorkeur menselijke bouwsels als broedplaats verkiest. Aart van der Ziel, vrijwilliger van het Boerderijmuseum, heeft enkele jaren geleden een stalen geraamte gemaakt en samen met de leden van de buitenploeg is daarop een ooievaarsnest gevlochten. Loonbedrijf Jan Boeve heeft een diep gat gegraven en kraanbedrijf Stouwdam heeft het ooievaarsnest geplaatst.

Graag geziene gast
Volksverhalen over de ooievaar als brenger van geluk en nieuw leven maken duidelijk dat het een graag geziene gast is. De oorspronkelijk in Nederland broedende ooievaars waren trekvogels, die van maart tot in september in ons land verbleven. Ze leefden vooral van muizen, regenwormen en grote insecten. De ooievaars overwinteren in Afrika.
Midden jaren ’70 was de ooievaar zo goed als verdwenen uit Nederland. Voor Vogelbescherming Nederland was deze enorme afname de reden om in 1969 een reddingsprogramma te starten. Met succes want in 2000 broedden er 396 paren in ons land en in 2007 waren er 600 paren. De toekomst voor de ooievaar lijkt veilig gesteld.

Voedsel
Het voedsel -dat bestaat uit kikkers, muizen, mollen en insecten- wordt vooral gezocht in weilanden en hooilanden. Hoe gevarieerder deze weilanden, hoe meer prooidieren er te vinden zijn en hoe geschikter het gebied is voor de ooievaar. Oorspronkelijk broedden ooievaars in bomen in natte gebieden, maar deze broedplaatsen hebben ze al zeer lang geleden verruild voor menselijke bebouwing en broedgelegenheid op palen.

Vogeltrek
Nederlandse ooievaars volgen vooral de trekroute via Spanje en maken via Gibraltar de oversteek naar Afrika (de westelijke route). De meeste andere (vooral Oost-Europese) ooievaars maken gebruik van de oostelijke route, via Turkije en Israël.

Ooievaarsweetjes

  • Met klepperende snavels geven ooievaars uitdrukking aan emoties als blijdschap, angst, liefde en woede.
  • Andere namen voor een ooievaar zijn eiber en uiver.
  • Ooievaars zijn meesters in het aanslepen van grote hoeveelheden nestmateriaal.
  • De basis van het nestmateriaal bestaat uit grote en kleine takken en voor de verdere stoffering van het nest gebruiken ze gras, hooi en fijn plantenmateriaal zoals bijvoorbeeld mos.
  • Ooievaars hebben een sterkere drang om naar hun nest terug te keren dan naar hun partner.
  • Normaal kunnen ooievaars zich vanaf hun derde jaar voortplanten.
  • Enkele dagen na het paren legt het vrouwtje drie à vier (maximaal vijf) eieren.
  • Het broeden begint na het leggen van het tweede ei.
  • Het mannetje en het vrouwtje broeden per toerbeurt.
  • Na ongeveer 33 dagen komt het eerste ei uit.
  • Bij de geboorte weegt een ooievaar ongeveer 60 gram.
  • Na twintig dagen weegt de jonge ooievaar ongeveer anderhalve kilo en consumeert de jonge ooievaar ruim 500 gram per dag.
  • De ouders braken het voedsel voor hun kroost in het nest uit, waarna de jonge ooievaars datgene wat ze lekker vinden er uit mogen halen.
  • De ouders moeten dagelijks ongeveer vier kilo voedsel bij elkaar sprokkelen om de jonge ooievaars te voeden.
  • Dit is gemiddeld zo’n 250 kilo per broedseizoen.
  • Rond de 43ste levensdag beginnen de eerste vliegoefeningen van de jonge ooievaars en twee weken later verlaten ze het nest.
  • Na ongeveer tien weken zijn de jonge ooievaars zelfstandig en in augustus trekken ze naar zuidelijker streken.
  • De trekrichting is aangeboren, zonder hulp van volwassen vogels gaan de jonge ooievaars naar Afrika.
  • Na twee of drie jaar vliegen de jonge ooievaars terug naar West-Europa.
  • De ooievaar siert onder andere de wapens van Den Haag, Ankeveen en ‘s-Graveland.
  • Voetbalvereniging ADO Den Haag heeft een ooievaar in het logo.
  • In Nederland en Vlaanderen worden tuinen opgesierd met een houten ooievaar als er een baby geboren is. Deze traditie komt oorspronkelijk uit Duitsland.
  • Ooievaarsbek (geranium) is een plantengeslacht waarvan het vruchtbeginsel van de uitgebloeide bloem op een ooievaarsbek lijkt.
  • Het ooievaartje halen betekende vroeger als verpleegkundige de aantekening voor kraamverpleging halen. Op het bijbehorende insigne staat een ooievaar.

    Spreekwoorden:
    – Benen als een ooievaar hebben: heel lange benen hebben
    – Ze verwachten de ooievaar: er is een baby op komst.
    – De ooievaar is op bezoek geweest: er is een baby geboren.