Ooievaars Boerderijmuseum geringd

Share on facebook
Facebook
Share on twitter
Twitter
Share on linkedin
LinkedIn
Share on whatsapp
WhatsApp
Share on email
Email

OLDEBROEK – Eind maart 2014 is een paal met een ooievaarsnest geplaatst bij Boerderijmuseum ‘De Bovenstreek’ aan de Bovenstraatweg 10A in Oldebroek. In 2015, 2016 en 2017 heeft een smoorverliefd ooievaarspaartje tevergeefs veel geoefend en alles in het werk gesteld om voor nakomelingen te zorgen. Nu, in 2018, lijkt het te lukken. Dinsdagavond 19 juni is Bennie van den Brink met een verreiker van Wolf Verreikerverhuur, gevestigd aan de Bovenheigraaf 34 in Oldebroek, naar het ooievaarsnest gegaan en heeft drie ongeveer vijf weken oude jonge ooievaars mee naar beneden genomen, deze geringd, de vleugellengte, snavellengte en het gewicht gemeten en vervolgens de jonge ooievaars teruggezet in het nest. Na een kwartier kwam moeder ooievaar terug om de jonkies weer te beschermen…..

Met weinig vogels heeft de mens zo’n sterke band als met ooievaars. Dat blijkt elk jaar weer als ooievaarspotters met camera’s op de parkeerplaats van het Boerderijmuseum komen om het ooievaarspaar vast te leggen. De ooievaar is de enige grote en opvallende vogelsoort die sinds mensenheugenis dorp, stad en veld met zijn aanwezigheid opfleurt.

Bennie van den Brink is één van de 22 erkende zogenaamde ’ringers’ in ons land. De codes op de door Bennie van den Brink aangebrachte ringen aan de rechterpoten van de drie jonge ooievaars van het Boerderijmuseum zijn: NLA 4E633, NLA 4E634 en NLA 4E635. Van den Brink: ”In even jaar ringen we de jonge ooievaars aan de rechter poot en in oneven jaren aan de linker poot.” De drie jonge ooievaars verschillen aanzienlijk in gewicht: 1680 gram, 2460 gram en 2840 gram. Ook de snavellengte verschilt van 70 mm, 73 mm en 85 mm. De vleugellengte varieert van 169 mm, 241 mm en 291 mm.

Bennie van den Brink verwacht dat de jonge ooievaars midden juli het nest verlaten en dan naar West Afrika of naar de vuilnisbelten rond Madrid vliegen om in het voorjaar van 2019 terug te keren in Nederland. ”De kans is groot dat ze dan proberen een nest te vinden in de buurt van het Boerderijmuseum,” zegt Bennie van den Brink. Wat de ouders betreft: het ooievaarsmannetje komt in het voorjaar eerst terug en zodra het nest weer bewoonbaar is meldt ook het vrouwtje zich.